Soms voel ik me vreemd tijdens het bidden voor Israël. Niet omdat het antwoord zo ver weg lijkt, maar omdat ik geloof dat ik het antwoord al heb gekregen. Weten we niet allang dat God Zijn volk in Zijn hand heeft en dat ‘kol iejeh beseder’ – alles goed komt?
Dit is een vraag die we ons allemaal wel eens kunnen stellen: wat heeft bidden voor zin als Gods wil toch altijd gebeurt, ongeacht mijn gebed? Toch krijg ik dit gevoel vooral als ik bid om verlossing voor Israël. Ik weet dat het gevoel niet opbouwend is, maar toch is het daar. De afgelopen week werd ik – en u ongetwijfeld met mij - onafgebroken opgeroepen tot gebed voor Israël. De afgelopen week was het voor ons allemaal pijnlijk duidelijk hoe nodig dat gebed is. Israël, onze oudste broeder, lijdt.
Er zijn zo veel specifieke beloften voor Gods volk. Beloften waarvan de uitwerking bij God Zelf liggen. Beloften die God zal vervullen naar Zijn wil en op Zijn tijd. Ik noem er gewoon maar een paar (de tekst verwijzingen zijn enkel een indicatie, want deze column is te kort om hierin volledig te zijn):
God zal het volk terugbrengen naar het land dat Hij hen gaf (Mich. 2:12)
Israël zal hun Messias zien en geloven (Zach. 12:10; Joh. 19:37)
Het hele volk zal zalig worden (Rom. 11:26)
De Messias zal regeren vanuit Jeruzalem (Ps. 132:13-14; Zach. 8:3-9, 14:16-21)
Er zal vrede zijn in Jeruzalem (de stad van vrede) (Jes.32:17-18; 60:11,18; 66:12-13)
Het land zal bloeien en vruchtbaar zijn (Jes.35:1-2; Ezech.36:35)
Vijanden van Israël zullen gestraft worden en er zal vergelding gedaan worden voor het leed dat hen is aangedaan (Jes.10:12,25; 60: 14; Ezech. 25:12-14)
Omliggende volken zullen Israël om hulp vragen en hen eren als Gods volk (Jes. 60:3; Zach. 8: 23)
Als ik de Bijbel lees, en met name de profetieën, besef ik steeds meer hoe klein ik ben. Er is een eeuwigheid aan tijd en ik ben maar een klein meisje in een klein beetje van die tijd. Ik zal eeuwig leven in Christus, dat geloof ik, maar nu, hier… wie ben ik? Wat voor recht heb ik om vragen te stellen als: ‘wanneer komt Uw vrede?’ Wat voor nut hebben mijn gebeden? Israël is niet afhankelijk van mijn gebed, want Gods beloften voor Zijn volk liggen niet vast in mijn gebed, maar in God Zelf.
Waarom blijf ik dan toch bidden? Dat is simpel: omdat God mij vraagt te bidden. Gebed in het algemeen is natuurlijk een opdracht, maar bidden voor Gods volk in het bijzonder. Ik noem zomaar een paar teksten:
“Bid om vrede voor Jeruzalem, laat het goed gaan met hen die u liefhebben.” (Ps. 122:6)
“Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem zal ik niet stil zijn, totdat haar gerechtigheid opkomt als een lichtglans, en haar heil als een brandende fakkel.” en “Ja, geef Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem gegrondvest heeft en gesteld tot een lof op aarde.” (Jes. 62:1 en 7)
“Broeders, de oprechte wens van mijn hart en mijn gebed tot God voor Israël is gericht op hun zaligheid.” (Rom.10:1)
Een opdracht dus, om voor Gods volk te bidden. God zal onze gebeden verhoren en ons zegenen door onze gebeden. Paulus schrijft: “Als dan hun val voor de wereld rijkdom betekent en hun verlies rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid!” (Rom.11:12). Israëls zegen betekent zegen voor alle volken!
Dus ik blijf bidden, omdat God het vraagt en omdat Hij zegen belooft voor degenen die het doen. Ik zie zelf misschien niet altijd het nut van deze gebeden. Toch besloot God dat ik hier moest zijn, nu en hier, en dat ik moest bidden voor Zijn volk. Ik ben een mini radertje in Zijn grote plan. In andere woorden: mijn gebeden zijn net zo goed Gods plan als de gebeurtenissen die het antwoord zijn op die gebeden!
Wat een plan… De HEERE kan Jeruzalem zomaar vrede geven, maar Hij kiest ervoor erom gevraagd te worden. Hij kiest ervoor om mensen te maken die smachten naar die vrede. Hij kiest ervoor om die mensen te laten genieten van Zijn vrede. Als je daar over nadenkt, dan kunnen we zeggen met Paulus: O diepte van rijkdom! Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen (Rom.11: 33 en 36).
Comments