“Mama, hoeveel nachtjes nog?”, ze steekt twee handen op met gespreide vingers. “Zo veel?” Mijn zus kijkt snel even tussen de vaat door en zegt: “Zoiets ja”. Ze had misschien een uitgebreider antwoord kunnen geven, maar ze is nu bezig en mijn nichtje vroeg het nu zo ongeveer voor de 3478ste keer. Bovendien kan ze het wel wéér proberen uit te leggen, maar het begrip ‘tijd’ bleek de afgelopen paar keer nog te veel om te vatten voor de kleuter. Mijn nichtje heeft natuurlijk feilloos door dat ze op dit moment even niet zo veel aandacht van mama krijgt, dus ze rent vrolijk naar mij toe met haar tien vingers in de lucht. “Tante Saar, over zoveel nachtjes ben ik jarig!” Ik word echt vrolijk van haar gezichtje en zeg “Oh, echt? Dat is al heel snel. Gelukkig heb ik al een cadeautje gekocht!”
Ik weet het nog, vroeger was ik ook zo. Ik was zelfs een soort extreem op dat gebied. De dag voor mijn verjaardag werden ze zo’n beetje gek van me en ik herinner me dat mijn moeder wel eens zei: als je nu nog één keer zegt dat je morgen jarig bent, krijg je geen cadeautjes. Daar was ik niet echt bang voor, maar ik hield wel weer even mijn mond. Wat is het eigenlijk, dat kinderen zo erg uitzien naar iets, maar volwassenen vaak veel minder? Is het omdat we meer geduld hebben gekregen? Is het dat de tijd voor ons veel sneller gaat? Of is het omdat we simpelweg een minder levendige verwachting hebben?
Uitzien in de Bijbel
Als je in de concordantie of in je Bijbel app zoekt op het woordje ‘uitzien’, zie je dat het woordje niet heel vaak voorkomt in de Bijbel. Maar denk maar niet dat het ook echt maar één keer voorkomt! Het is vaak belangrijk om te bedenken dat onze Nederlandse Bijbels vertalingen zijn uit het Hebreeuws, Aramees en Grieks. Het Nederlands heeft veel woorden en soms hebben vertalers net een andere woordkeuze gemaakt om een bepaald concept te vertalen. De Bijbel spreekt juist heel veel over uitzien! Andere woorden voor uitzien zijn bijvoorbeeld: wachten en verwachten (zoals David zegt in Psalm 27: Wacht op de HEERE) en hopen (zoals Jeremia zegt in Klaagliederen 3 vers 24: Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen). Deze woorden spreken allemaal over hetzelfde concept dat niet te scheiden is van het geloof. Kijk maar eens naar Gods kinderen in de Bijbel: Noach bouwde 120 jaar aan een ark voordat hij daadwerkelijk kon zien dat Gods woorden waar waren; Abraham kreeg de belofte van een zoon, maar die zoon kwam pas na jaren wachten; Jozef moest dertien jaar wachten voordat de dromen die hij van God gekregen had, vervuld werden; de Israëlieten liepen een mensenleven lang door de woestijn voordat ze het beloofde land bereikten, etc. Allemaal moesten zij uitzien naar de waarheden die God hen al bekend had gemaakt. Uitzien hoort bij geloof, omdat het geloof laat zien! Zalig zijn zij die (nog) niet zien, en toch geloven (Joh. 20:29).
Uitzien is toch net iets anders
Maar toch betekent ‘uitzien’ ook net weer iets anders dan ‘hoop’ of ‘verwachting’. Het is als het ware wel dezelfde diamant, maar het schittert net een ander kleurtje. In Micha 7 vers 7 wordt in het Hebreeuws letterlijk het woordje ‘uitzien’ gebruikt. Micha leefde ongeveer tegelijkertijd met Jesaja, in een roerige tijd waarin het koninkrijk Juda terecht de wrede grootmachten Assyrië en Babylon vreesden. Hij sprak namens God en waarschuwde de Judeeërs voor een grote ondergang als ze niet tot bekering zouden komen. Tegelijkertijd is er ook hoop, omdat de HEERE voor Zijn verbondsvolk op zal komen en Zijn beloften zal gedenken. Micha zegt daarom: “Maar ik zal uitzien naar den HEERE, ik zal wachten op den God mijns heils; mijn God zal mij horen.”.
Je kunt hier goed zien dat het woordje ‘uitzien’ gekoppeld wordt aan ‘wachten’ en geloof, maar wij gaan nu even inzoomen op dat woordje ‘uitzien’. In het Hebreeuws wordt daar een woordje gebruikt dat ook gebruikt kan worden voor ‘de wacht houden’ of ‘bespioneren’. Het is in de wortel (grondbetekenis van het woord) verbonden aan ‘zien’, net zoals uitzien in het Nederlands het woordje ‘zien’ bevat. Zo is het woordje ‘wachter’ van dezelfde wortel. In het Nederlands komt dat woord van het werkwoord ‘wachten’, maar ook in het Engels kun je bijvoorbeeld zien hoe dat beroep met ‘zien’ verbonden is (watchman – to watch). Een wachter is iets anders als een bewaker. Een wachter is een man die goed kijkt en tuurt en ‘uitziet’, bijvoorbeeld vanaf een toren, ergens waar hij alles goed kan zien. Hij ziet er naar uit met de hoop op een snelle komst: komen ze al? De boden? De karavaan? Het overwinningsloon? De bruidegom? - Zie je al het mooie en speciale van dat woordje ‘uitzien’? Uitzien is inderdaad verwachten en hopen, maar dan ook met de hoop dat het snél gebeurt. Zoals mijn nichtje hoopt dat ze nog maar heel weinig nachtjes hoeft te slapen voordat ze jarig is. Ze kan haast niet wachten!
Uitzien naar het Koninkrijk van God
“Voorwaar zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken, die zal in hetzelve geenszins ingaan.” (Mark. 10:15). Het Koninkrijk ontvangen als een kind… Is dat niet precies ‘uitzien naar’ zoals een kind vraagt: hoe lang nog, mama? Alleen Gods kinderen zien uit naar Gods Koninkrijk, want die wéten dat de dag komt en dat ze in Gods Koninkrijk zullen zijn en de Heere zullen ontmoeten. Weet jij dat ook al zeker? Ik kan je vertellen: ook als je het niet weet, zal het gebeuren en de gevolgen zullen eeuwig zijn. Daarom moeten we ons gereed maken en misschien voelen we nog niet gelijk het ‘uitzien’, maar God belooft dat te werken in ons hart als we vertrouwen op Zijn Woord. Voor de gelovige is uitzien een grote troost. Het zet alles van nu in het perspectief van Gods beloften en we kunnen niet wachten tot Hij komt. Hij zal komen met loon (Openb. 22:11), maar net zoals een verjaardag niet draait om cadeaus, draait de dag des HEEREN niet om het loon dat Hij met Zich brengt: het draait om Hem Zelf en in Hem is ons grootste loon. De Heere Jezus zei: “Zie, Ik kom op de wolken”.
Net als een kind kunnen we de HEERE vragen: hoe lang nog, HEERE? God zegt: “Zie, Ik kom haastiglijk” (Openb. 22:11). Wij zijn maar kleine kinderen en het duurt voor ons gevoel allemaal zo lang. Een oma vind het raar dat er alweer tien jaar voorbij is, terwijl een uur vaak als een eeuw voelt voor een kind. Hoe zal tijd dan zijn voor de Schepper van tijd, Hij Die ook wel ‘de Oude van dagen’ genoemd wordt (Dan. 7:22)? Hij zegt: vertrouw mij maar, Ik kom echt spoedig. Zullen we dan samen uitzien naar omhoog, waar Hij zal komen op de wolken?
Dit artikel verscheen eerst in het Elke dag nieuw zomerboek van 2023, met het thema 'uitzien'.
In de 2024 editie schreef ik ook een artikel. Dit jaar is het thema van het zomerboek 'kleurrijk' en is hier te bestellen. Zie hier de website van Elke dag nieuw.
Comments